Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-07-2019

Justus de Harduyn

betekenis & definitie

Justus de Harduyn - Zned. dichter; * 1582 te Gent, ✝ 1641 te Audegem (O. VI.), als pastoor aldaar.

Als leerling van Justus Lipsius had hij een uitgebreiden vriendenkring onder de geleerden van zijn tijd. Zijn poëzie sluit aan bij de Fr.

Pleiade en behoort tot de schoonste Renaissance-dichtkunst, die we in onze taal bezitten.Werken: Den Val ende Opstand van den Coninck ende Prophete David, met bijvoegh van de Seven Leedtuygende Psalmen (Gent 1620 ; met muziek) ; Goddelijke wenschen, verlicht met Sinnebeelden, Gehedichten (Antwerpen 1620) ; Goddelicke Lol-Sanghen tot vermaekinghe van alle gheestighe Liefhebbers.... (Gent 1620 ; meerendeels op muziek in 2 stemmen) ; De weerlycke Liefde tot Roosemond.... (Antwerpen 1613, opnieuw 1922).

Lit. : M. J. Schrant, Uitgelezene dichtstukken v. J. de H. (Zaltbommel 1831) ; Prudens v. Duyse, in Belg. Museum (1847) ; Cleyne Proefstuxkens.... van J. de H. (Antwerpen 1927) ; dr.

O. Dambre, De Harpzangcr v. David (Antwerpen 1929), R. Fonckc, in : De N. Gids (I 1917); A. v. Duinkerken, Dichters der Contra-reformatie (1932, 50 vlg.). Piet Visser

< >