Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 15-08-2019

Julius I

betekenis & definitie

Heilige, paus (337-352). J. verhief het aanzien van Rome, door zijn beleidvol en krachtig optreden tegen de Arianen.

Ondanks hun valsche voorstellingen en hun aandrang bleef hij Athanasius en andere verbannen orthodoxe bisschoppen beschermen. Na een Romeinsche synode van 340 zette hij in een schrijven aan de in Antiochië vergaderde bisschoppen van het Oosten zijn standpunt en de rechten van Rome uiteen.

Van de keizers Constans en Constantius wist hij de samenroeping van het concilie van →Sardica te verkrijgen, welks canones aan Rome de eindbeslissing gaven in dogmatische conflicten. In Rome liet hij nieuwe basilieken bouwen.

De hem toegeschreven werken zijn vervalschingen van Apollinaristen.Lit.: Seppelt, Der Aufstieg des Papsttums (1931, 92 vlg.); id., in Lex. Theol. Kirche (V 1933, 715). Franses.

< >