Joseph van caloen - Benedictijn, bisschop; * 12 Maart 1853 te Lophem, ✝ 16 Jan. 1932 te Kaap Antibes (Frankrijk). Kloosternaam: Dom Gerardus.
In 1895 naar Brazilië gezonden om er het kloosterleven te herstellen. 18 April titulair bisschop van Phocea; in 1908 aartsabt der Braziliaansche congregatie. In 1919 ziekelijk terug in België, vestigt zich te Kaap Antibes. Medewerker aan Rond den Heerd, waar hij verschijnen liet: De vier kruisreliquieën.
Lit.: P. Allossery, Onze West-Vlaamsche zendelingen (I 1924). “Allossery ” Heilige Caloger Kluizenaar in Sicilië uit de 5e eeuw. Geschiedkundige bronnen uit dien tijd ontbreken, zoodat we zijn leven slechts kennen uit de legende, welke bewaard is gebleven in de lessen van zijn feest (Acta SS. Juni III, 589—593). Vanuit Konstantinopel zou hij een pelgrimsreis ondernomen hebben naar de graven der Apostelen en zich in Sicilië op den berg Gcmmaro bij Xacca gevestigd hebben. De heilige Sierius was zijn leerling.
Feestdag 18 Juni. “J. v. Rooij ” Angelo Calogèra Ital. dichter en taalkundige, Benedictijn. * 7 Sept. 1699 te Padua, ✝ 29 Sept. 1768. Hij gaf o.a. Raccolta di opuscoli scientifici e filologici (51 dln.) uit, met de medewerking van geletterden van zijn tijd; na zijn dood werd het werk door den Benedictijn Fortunato Mondelli voortgezet onder den titel: Nuova raccolta. “Ulrix ” Calomel Calomel of mercurochloride, een wit, in water zeer weinig oplosbaar poeder met samenstelling Hg2Cl2. Deze stof vormt zich door samenbrengen van mercuro-ionen met chloor-ionen. De stof draagt den naam calomel (<( Gr. kalos = mooi, melas = zwart) vanwege de eigenschap om met ammonia een zwarte stof op te leveren, het zgn. zwart precipitaat, HgNH2Cl + Hg.
C. wordt in de geneeskunde o.a. als laxans gebruikt. “v. d. Beek”