Eng. schrijver. * 1553 of ’54 in Kent, ✝ Nov. 1606 te Londen. Schreef vsch. tooneelstukken meest met Klassieke en mythologische onderwerpen, o.a. Campaspe; Sappho and Phao (1584); Endymion (1591); Midas (1592), alle typische Renaissance-werken.
Zijn didactische roman → Euphues (1579) is minder bekend om den inhoud dan om den bijz. stijl, euphuïsme genaamd, met zijn extravagante metaphoren, gezochte kunstgrepen, opeenstapeling van alliteraties en antithese, en gekunstelde toespelingen; echter niet altijd zonder geest en bekoorlijkheid, alles naar den smaak van den tijd en in imitatie van den Spaanschen schrijver don Antonio de → Guevara. Shakespeare brak deze mode met zijn spot. Vgl. → Gongorisme.Uitg.: Compl. works, d. R. W. Bond (1902); Euphues, d. E. Arber (1868) ; d. H. C. Croll en H. Clemens (1916).
Lit.: J. O. Wilson, J. L. (1905); A. Feuillerat, J. L. (1910). F. Visser