Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 15-08-2019

Johansson

betekenis & definitie

1° Adolf, Zweedsch romanschrijver uit de regionalistische neo-Romantiek. * 14 Sept. 1889 te Oskarshamn.

Voorn. werken: Alrauntalsagane (1919); De röda huvudena (1925).

2° Lars, Zweedsch dichter uit den tijd van de Barok. * 1638 te Stockholm, † 1679 aldaar in een tweegevecht. J. noemde zichzelf Lucidor den olyckelige (= de ongelukkige): zijn ongebonden levenswijze, die hem als den voorlooper der 19e-eeuwsche „poètes maudits” maakt, verklaart dit. Een mengeling van profaniteit en zelfinkeer geeft aan deze lyriek een zeer modernen smaak.

Voorn. werken: Lucida intervalla (1685); Helicons Blomster (1688).

Moderne uitg. d. Sandwall (1919).

Lit.: E. A. Karlfeldt, L. J. (1914).

Baur.

< >