Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 15-08-2019

Joatham

betekenis & definitie

1° Jongste zoon van Gedeon; ontsnapte, toen zijn broeder Achimelech de overige familieleden doodde, en hield aan de Sichemieten, die Achimelech tot koning kozen, hun ondankbaarheid voor door de fabel der boomen (Jud. 9.7-20).

2° Koning van Juda (751-736), zoon van Ozias.

Keulers.

< >