Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Joannes Zwijsen

betekenis & definitie

Ned. bisschop. * 28 Aug. 1794 te Kerkdriel, † 16 Oct. 1877 te Den Bosch. Z. werd in 1817 priester gewijd; tot 1828 was hij kapelaan resp. te Vught, Tilburg en Schijndel.

Als pastoor werkte hij te Best en sinds 1832 te Tilburg. In 1842 werd Z. tevens verheven tot bisschop-coadjutor van het vicariaat van Den Bosch; vanaf 1851 tot zijn dood stond hij als bisschop aan het hoofd van het vicariaat, sinds 1853 diocees van dezen naam.

Bovendien werd hij in 1847 en ’48 tijdelijk belast met de zorgen van de internuntiatuur en van het vice-superiorschap van de Hollandsche Zending, terwijl hij als eerste aartsbiss. van Utrecht na het herstel der ➝ Hiërarchie de nieuwe Ned. kerkprovincie heeft bestuurd(1853-’68).Z. heeft Kath. Nederland deelachtig gemaakt aan het volle geestelijke leven. Talrijke verborgen geestelijke krachten zijn dank zijn initiatief en medewerking in actie gekomen. Man der Voorzienigheid: pastoor Z. stichtte de groote Tilburgsche onderwijscongregaties van de Zusters van Liefde en van de Fraters, bisschop Z. inspireerde het Mandement inzake het Onderwijs (1868) en gaf zoo aan Neerlands Katholieken hun grondwet in deze materie; als aartsbisschop in het bijzonder stuwde hij de organisatie van Nederland in kerkelijk verband met stevige hand. „Mansuete et fortiter” (zachtmoedig en krachtig) was de wapenspreuk van Zwijsen, die hij ook in zijn vele besprekingen met den kroonprins, den lateren koning Willem II, niet uit het oog verloor. Aan den invloed, dien Z. op dezen vorst heeft uitgeoefend, dankt Kath. Nederland zeer veel (zie Recht van ➝ Placet; Nederland); het Huis van Oranje en de Ned. Katholieken zijn zoo nader tot elkaar gekomen. Tilburg eert zijn „pastoor van ’t Heike” en eenige van zijn medewerkers o.a. door een monument.

Lit.: P. Albers, Gesch. v. h. Herstel der Hiërachie (I 1903, II 1904); J. Witlox, De Kath. Staatspartij (II 1927); id., Monseigneur J. Z. (1927). de Haas.

< >