Dichter. * 19 Juni 1873 te Deurne (N.-B.). Volgde de H.B.S. te Zaandam en studeerde nadien Klassieke letteren onder leiding van Herman Gorter.
Dichter van zangerige, welluidende poëzie, welke daardoor treft niettegenstaande haar ijlheid en een hier en daar te constateeren gemis aan diepte. Latere bundels zijn iets sterker.Werken: o.a. Beeld en Spel (1903) ; Johanneskind (1907); Vergeten Liedjes (1909); Regenboog (1913); Zonnewende (1916); Morgenrood (1917); Zonnegoud (1920); Tusschen twee Werelden (1933) ; Gestalten (1934).
Lit.: Kloos, Nieuwere Lit. Gesch. (V 1914, 133). Vermeeren.