Baron van, Ned. bisschop. * 9 Juli 1743 te Brussel, † 22 Jan. 1824 aldaar, begraven 27 Jan. d.a.v. te Grave. Priester gewijd in 1769 te Mechelen, waar hij verschillende hooge ambten heeft bekleed, o.a. van kanunnik van de metropolitaankerk en geestelijk raadsheer in den keizerlijken raad. Van 1794 tot 1801 is V. bisschop van Roermond geweest, maar hij heeft zijn zetel nooit kunnen innemen vanwege de vervolging door de Franschen. Vanuit Grave heeft V. de belangen van zijn diocees zoo goed mogelijk behartigd, in het bijzonder die van de gedeelten van het hem toegewezen gebied, die niet behoorden tot het nieuwe door Napoleon opgerichte bisdom Roermond (zie de art. ➝ Cuyk, Grave, Megen, Ravenstein).
De bisschop is zijn leven lang in conflict gebleven met de Franschen. Napoleon ontbood hem in 1811 naar Parijs: sindsdien mocht V. niet meer naar Grave terugkeeren. Hij vestigde zich dan te Brussel, waar hij in 1814 raadsheer in den Geheimen Raad der Nederlanden werd.Lit.: Nw. Ned. Biogr. Wbk. (X 1937). de Haas.