Jezuïet. * 1600 te Bordeaux, ✝ 22 April 1665 te Bordeaux, geestelijke zoon van Louis → Lallemant S.J. 1636 werd hij naar Loudun gezonden, waar in het Ursulinenklooster eigenaardige toestanden voorkwamen, die men als bezetenheid brandmerkte. Surin bood zich als zoenoffer aan en bad het lijden der zusters op zich te mogen nemen. Nu begon voor hem een lijdensperiode van twintig jaren, die door een tijdperk van 8 jaren mystieke voldoening en genaden werden gevolgd. Hij stierf in geur van heiligheid.
Feugen.Voorn. werk: Catéchisme spirituel (1657; op den Index); verder o.a.: Les fondements de la vie spirituelle (1674); Dialogues spirituels (1695); Sur l'amour de Dieu (uitg. Pottier-Mariés, Parijs 1930); Lettres spirituelles (uitg. L. Michel et F. Cavallera, Toulouse 1925-’28).
Lit.: A. Pottier, Lallemant et les grands spirituels de son temps (I 1927); Revue d’Asc. et de Myst. (1924 en 1928); Bremond, Hist.litt. du Sentiment religieux (V1926).