Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 02-10-2019

Jean-Baptiste Racine

betekenis & definitie

Een van Frankrijks beroemdste en zuiverste tragediedichters van het groote Klassieke tijdperk. * 21 Dec. 1639 te La Ferté-Milon, uit een Jansenistische burgerfamilie, ✝ 24 April 1699 te Parijs. Vroeg ouderloos (1643), doet schitterende humaniora te Port-Royal.

Studeert wijsbegeerte te Parijs (1658), sluit er vriendschap met La Fontaine (1660) en leidt in de groote wereld een losbandig leven.Komt in kennis met Boileau en begint weldra zijn loopbaan als tooneeldichter met La Thébaïde (1664), en de nog betwiste, maar reeds geprezen tragedie Alexandre (1665). Hetzelfde jaar evenwel raakt hij in onmin met Molière en zijn meesters van Port-Royal.

Zijn eerste triomf viert R. met Andromaque (1667), kort gevolgd door zeven andere kunstwerken, alle opgevoerd in l’Hotel de Bourgogne: Les Plaideurs (1668), Britannicus (1669), Bérénice (1670), Bajazet (1672), Mithridate (1673), Iphigénie en Aulide (1674) en Phèdre (1677). Ten prooi aan hevige innerlijke conflicten, verzaakt hij, pas 37 jaar oud, aan het tooncel. Voorts verzoent hij zich met Port-Roval. Sinds 1673 lid van de Fransche Academie wordt hij in 1677 tot historiograaf van den koning benoemd. Gehuwd (1677) leidt hij een stil, Christelijk leven; op verzoek van Mme. de Maintenon schrijft hij voor haar demoiselles de Saint-Cyr: Esther (1689) en Athalie (1691).

Afgezien van deze laatste twee tragedies, is R. s carrière uitzonderlijk kort (13 jaar), maar desniettemin verbazend rijk geweest. In zijn dramatisch systeem bekleedt de ‘liefde een tot dan ongekende plaats. In tegenstelling met die van Corneille missen zijn personages de noodige wilskracht om de hartstochten van hun onrustig menschenhart te bedwingen. De taal, alhoewel den „style noble” niet vreemd, doet ongemeen frisch, soepel, elegant en harmonieus aan. Hetzelfde geldt voor den versbouw, alhoewel deze traditioneel is en op Malherbe’s en Boileau’s codex afgestemd.

Uitg.: Oeuvres Compl. d. P. Mesnard (Hachette, in : Grands écrivains de la France, 8 dln. en album, 1865-’73) ; Théàtre complet, d. Pilon en Groos (N. R. F., Bibl. de la Pléiado): Théatre choisi d. Lanson (Hachette) en Le Bidois (De Gigord).

Lit.: P. Robert, La Poétique de R. (1890) ; G. Le Bidois, De l’Action dans la tragédie de R. (1900, 21922); G. Michaut, La „Berenice” de R. (1907); J. Lemaitre, R. (1908); H. Lyonnet, Les Premières de R. (1924); G.

Truc, Jean R., L’oeuvre, l’artiste, l’homme et le temps (1926); G. Mongrédien, „Athalie” de R (1929); J. Giraudoux, R. (1932); Lichtenstein, R. poète biblique (1934); Th. Maulnier, R. (1935). Willemyns

< >