Fransch componist. * 29 Nov. 1632 te Florence, ✝ 22 Maart 1687 te Parijs. In 1646 als koksjongen naar Parijs, ontwikkelde zich intusschen tot goed violist; reeds in 1652 dirigent van de Grande-Bande, 1653 hofcomponist (balletten). Werkte mee als danser en acteur.
Zijn invloed bij Lodewijk XIV was zeer groot en hij wist een operaprivilege, dat aan Perrin en Cambert was verleend, af te koopen. De dichter Quinault schreef vele libretti voor hem. L. is belangrijk voor de ontwikkeling van de orkest-suite, is schepper van de Fr. ouverture en Fr. tragédie lyrique.
Zijn opera’s beheerschten bijna een eeuw het programma. Piscaer Werken. Opera’s: o.a.
Alceste; Thésée; Atys; Acis et Galathée. Balletten : o.a. Le triomphe de l'Amour; Le Temple de la paix.
Kerkelijke werken.Uitg.: Oeuvres Compl., d. II. Prunières (1931 vlg.).
Lit.: H. Prunières, L. (1910) ; L. de la Laurencie, L. (1911).