Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Jacob Zeeus

betekenis & definitie

Ned. letterkundige. * 14 Febr. 1686 te Zevenbergen, † 27 Nov. 1718 aldaar. Studeerde voor landmeter, kwam op een procureurskantoor, werd eindelijk notaris.

Als hekeldichter kantte hij zich scherp tegen de godsdienstpredikers van alle richtingen, die hij, beïnvloed door atheïstische lectuur, uitsluitend als huichelaars en bedriegers beschouwde. Zijn vers is soepel en weelderig.

Hij had een rijk talent, doch stierf, voordat het zich ten volle had ontwikkeld.Voorn. werken: Ongeblankette wereld (1711); De Wolf in ’t schaapsvel (1711); Gedichten en overgebleven gedichten (2 deelen 1737); Otto (treurspel, 1721).

Asselbergs.

< >