1° Nikolaj, Russisch generaal. * 1851, ✝ 1918 te Kiew. Bij het begin van den Wereldoorlog commandant van de vier Russ. legers, die op het Z.
W. front Galicië veroverden, werd hij in 1916 door Broesilow vervangen. Hij werd door de Bolsjewieken vermoord. van Voorst tot Voorst.2° Razoemnik Wassiljewitsj, Russisch dichter en criticus uit de zgn. school der Scythen. * 1890. Stichter van het socialistisch messianisme. Hij oefende grooten invloed uit op Blok. Bekend is zijn werk over de Russ. sociale gedachte, door de Sowjets herdrukt onder titel Russische Literatuur. _ v.Son.
3° Wjatsjislaw Iwanowitsj, een der meest bekende moderne Russ. dichters, die sterk onder invloed der Grieksche Klassici staat en Grieksch heidendom met Christendom tracht te verzoenen. * 28 Febr. 1866 te Moskou. Hij onderging veel invloed van Dostojewskij en leidde een dichtersgroep te St. Petersburg in het begin van de 20e eeuw.
Werken. Gedichten: Cor ardens (1911); Wintersonnette (Duitsche vert. in Vivos Voco, 1923). v. Son.
4° Wsewolod Wjatsjislawowitsj. Bolsjewistisch schrijver, die dikwijls veel aan Gorkij doet denken. * 1895 te Liojasja (Siberië). Zijn werk speelt vnl. in Siberië.
Werken: De terugkeer van Boeddha (1924).
Vertalingen: Panzerzug (Hamburg 1923); l’Enfant, in Revue Europ. (Nov. 1924). v. Son