Term, in Ned. gebruikt voor diegenen, die gronden bezitten of in pacht hebben, gelegen in het gebied van een waterschap. Voor hun rechten en verplichtingen, zie ➝ Waterschap.
In sommige groote Hollandsche waterschappen vormden de voornaamste i. of hunne vertegenwoordigers het het college der hoofdingelanden, dat toezicht hield op het bestuur. In verschillende waterschappen worden de bestuurders zelf hoofdingelanden genoemd.In België wordt het woord i. vooral gebruikt om diegenen aan te duiden, die als eigenaar stemrecht hebben in de alg. vergadering van de polders en wateringen, alhoewel „lato sensu” het woord kan gebruikt worden voor al de inwoners van deze organismen. In dit laatste geval worden de stemgerechtigde eigenaars „generaele gelanden” of „groote gelanden” genoemd. ➝ Waterschap. Rondou.