(Kerk. recht), vermindering of verlies van zijn goede faam, ofwel volgens bepaling der wet, die in bepaalde gevallen iemand niet voor een braaf Christen houdt (wettelijke i.), ofwel om een wijziging der publieke meening (feitelijke i.). De wettelijke houdt door dispensatie op, de feitelijke door het feitelijk herkrijgen van de goede achting bij de menschen; de kerkelijke wet bepaalt, in welke gevallen iemand wettelijke i. beloopt.
Zoowel de wettelijke als de feitelijke i. hebben in het kerkelijk recht bepaalde gevolgen; zoo verbiedt iedere i. het ontvangen der heilige wijdingen; vooral de feitelijke i. kan reden zijn, waarom een kerkelijke straf, als censuur opgelegd, wat de onderhouding der straf betreft, in sommige gevallen wordt gesuspendeerd; doch alleen de wettelijke i. belet om geldig als peter of meter op te treden bij doopsel of vormsel na rechterlijke uitspraak. Beijersbergen.