Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 15-08-2019

Indisch ambtenaar

betekenis & definitie

De in dienst van het Ned.-Ind. gouvernement of locale rechtsgemeenschappen staande personen worden in twee groepen ondergebracht. Zij, die de lagere rangen bekleeden (als grens wordt vaak ongeveer 125 gld. maandsalaris genomen) heeten dan beambten, de andere ambtenaren.

De allerhoogste gouvernements-ambtenaren worden door de Kroon benoemd en ontslagen (gouverneur-generaal,vice-president en leden van den Raad van N.I., de president van het Hoog-Gerechtshof, voorzitter en leden van de Algemeene Rekenkamer), de andere door den gouverneur-generaal, terwijl de beambten worden benoemd en ontslagen door de betrokken colleges, door de hoofden van algemeen of gewestelijk bestuur, of door den daartoe bevoegden ambtenaar. De ambtenaren, in dienst van de locale ressorten, worden natuurlijk door de locale raden benoemd en ontslagen.Onverminderd de aan bekleeders van bijzondere betrekkingen in verband met haar eigenaardig karakter te stellen eischen, zijn tot betrekkingen bij den burgerlijken dienst in N. I. alleen zij benoembaar, die Ned. onderdaan zijn. Hiertoe behooren ook de Inlanders en de Vreemde Oosterlingen. De bovengenoemde beperking voor bijzondere betrekkingen is o.a. noodzakelijk met het oog op de betrekkingen bij het Binnenlandsch Bestuur, waarbij het Europeesche en het Inlandsche korps onderscheiden worden. Voor een aantal wetenschappelijke en technische betrekkingen geldt de eisch van Nederlanderschap niet.

Opleiding. Deze heeft voor de Europ. bestuursambtenaren plaats aan de universiteit te Leiden en te Utrecht. Studie- en examenprogramma zijn te vinden in het Nieuw Academisch Statuut. Of doctoraat Indisch Recht of doctoraat Indologie zijn vereischt voor benoeming bij den Indischen administratieven dienst. De opleiding van de Inlandsche bestuursambtenaren (regent, patih, wedana, assistentwedana, djaksa) geschiedt aan de Opleidingsscholen voor Inlandsche Bestuursambtenaren. Bij de benoeming van de regenten op Java geldt nog steeds de regel, dat behoudens de voorwaarden van bekwaamheid, ijver, eerlijkheid en trouw zooveel mogelijk één der zoons of nabestaanden van den vorigen titularis gekozen wordt.

Over den werkkring, ➝ Ned.-Indië (sub Bestuur).

Olthof.

< >