Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 15-08-2019

Indigo

betekenis & definitie

De i. wordt gewonnen uit planten, die nog alleen buiten Europa voor dat doel worden gekweekt. Op Java zijn het uitsluitend Indigoferasoorten (➝ Indigoboompje), behoorende tot de fam. der Leguminosen, die deze kleurstof leveren.

Op Sumatra en in Eng.-Indië werd wel i. gewonnen uit Marsdeniasoorten (fam. der Asclepiaceeën), in China, Japan en Kaukasië uit Polygonuinsoorten (Polygonaceeën).Geschiedenis. De indigocultuur is in vroeger tijd vooral op Java van veel beteekenis geweest. Waarsch. ingevoerd door de Hindoes werd zij reeds door de O.I.C. in deze gewesten aangetroffen. Bij de invoering van het Cultuurstelsel werd later een Gouvernementscultuur in het leven geroepen.

Toen de gedwongen cultuur in 1865 eindigde, werd in de Vorstenlanden de grootste hoeveelheid i. voor de Ned. markt bereid. Thans nog worden daarvoor sawahgronden van de bevolking voor 12 maanden (3 snitten) ingehuurd, terwijl daarnaast een bevolkingscultuur voorkomt, die meerendeels op droge gronden wordt gedreven. Sinds het einde der 19e eeuw is ten gevolge van de scherpe concurrentie van de synthetische i. de cultuur voortdurend ingekrompen. In 1915 werden door 18 ondernemingen nog 2705 bouws met i. beplant en door de bevolking 2792 bouws, in 1925 door enkele ondem. nog slechts 285, door de bevolking, uitsluitend voor binnenl. gebruik, 2820 bouws.

Cultuur.

I. gedijt het best op een doorlatenden humusrijken bodem en wordt door de bevolking meestal uit zaad gekweekt, soms ook uit stekken. Men plant in rijen. Tegen het begin der 4e maand wordt gesneden. Na 3 tot 4 maanden wordt een volgende snit verkregen. Op drogen grond kan men per jaar 3 oogsten winnen, op sawah slechts één oogst in verband met den planttijd van de rijst.

Lit.: v. Gorkom, O.I. Cultures (1919); K. Heine, De nuttige planten van N.I. (II 1927). Dijkstra. Chemische samenstelling, bereiding en gebruik. De i. komt in de planten voor als een glucosied, het indicaan, dat bij hydrolyse uiteen valt in indoxyl en druivensuiker. De eerste verbinding wordt door de zuurstof van de lucht geoxydeerd en gaat daarbij in de blauwe kleurstof over. De splitsing, die in een vat onder water wordt uitgevoerd, noemt men fermenteeren, omdat men vroeger meende, hier met een gistingsproces te doen te hebben. De i. zet zich bij deze bewerking als vlokken af en komt in blokken geperst in den handel. De beste plantenindigo komt uit Java en bevat 75-80% zuivere i., indigotine of indigoblauw, naast verontreinigingen als indigolijm, indigorood en indigobruin.

De synthetische bereiding van i. dateert van 1897, na de ontdekking van de chemische formule door A. von Bayer. De voornaamste technische methode gaat uit van aniline, C6H5NH2, dat met chloorazijnzuur of met formaldehyde en blauwzuur omgezet wordt in phenylglycine, C6H5NH.CH2 COOH. Bij het smelten dezer verbinding met loog en natriumamide, NH2Na, ontstaat indoxyl, dat tot i. geoxydeerd wordt-chemische formule: (C6H4(CO)(NH)C=)2, is een donker blauw poeder, met roodachtigen glans, dat practisch in bijna geen enkel oplosmiddel oplost. In zwavelzuur lost het op en het wordt hieruit door verdunnen met water als een uiterst fijn poeder neergeslagen. Deze soorten heeten indigo-rein. Zuiver i. (indigotine) sublimeert bij verhitting, waarbij een violette damp ontstaat, die als herkenningsmiddel voor met i. geverfde stoffen gebruikt wordt.

I. dient voor het verven van katoen, wol en linnen en geeft een zeer bestendige kleur. Het kan echter wegens zijn onoplosbaarheid in water niet rechtstreeks gebruikt worden en wordt daarom door reductie omgezet in indigowit of leuko-indigo, een stof met twee waterstofatomen meer, die in alkalisch milieu goed oplost. Deze reductie heeft in de ververij op verschillende wijzen plaats, al naar gelang wol, katoen of zijde moet geverfd worden. Het meest gebruikt is de reductie met hydrosulfiet. De met water aangeroerde i. wordt met een hoeveelheid calciumhydrosulfiet-oplossing op 60° verwarmd, waardoor in korten tijd een zeer geconcentreerde alkalische oplossing van indigowit wordt verkregen. Door verdunning met water worden dan geschikte baden verkregen. Doordat de bewerkingen in kuipen worden uitgevoerd, spreekt men van indigokuip, hydrosulfietkuip enz. en worden i. en andere dergelijke kleurstoffen wel kuipkleurstoffen genoemd.

Naast de i. bestaan talrijke waardevolle kleurstoffen, de indigoïden, die zoowel in chemisch als in technisch opzicht met i. overeenkomen. Door het invoeren van chloor en broom of het maken van esters enz. ontstaan uit indigo kleurstoffen, die dikwijls beter zijn dan i. zelf. Door behandeling met zwavelzuur in de warmte ontstaan mono- en disulfozuren, die als indigoblauw-sulfozuren of indigokarmijn bekend zijn. Vermeldenswaard is nog het symmetrische dibroomindigo, dat als Antiek purper in de Oudheid gebruikt werd voor het verven van kostbare gewaden. Het werd gewonnen uit de purperslak (murex brandaris), die een ongekleurde stof afscheidt, welke aan de lucht purper wordt.

Hoogeveen.

< >