Schilder. * 22 Mei 1733 te Parijs, † 15 April 1808 aldaar. Leerling van M.
A. Slodtz; werkte 11 jaar in Rome en onderging daar den invloed van Piranesi en Pannini.
Te Parijs teruggekeerd, werd hij in 1765 lid van de Academie en de schilder van het Antieke landschap in 18e-eeuwschen geest. De groote cyclussen met landschappen, die R. voor de woningen der aristocratie maakte, zijn zelden meer ter plaatse en verspreid, in verschillende collecties.
Niettegenstaande zijn landschappen door hun stoffage met onderdeelen van ruïnes, watervallen e.d. nog aan theaterdecors doen denken, treffen zij toch door levendige observatie en pittig modelé der details, waaraan het luchtige 18e-eeuwsche sentiment charme verleent. Het contact met de natuur blijft in R.’s landschappen levend.
Men kan Robert in het Louvre goed leeren kennen.Lit.: P. de Nolhac, H. R. (1910); Tristan Leclère, H. R. et les pays. fr. dulée 6.(1913). Korevaar-Hesseling.