Havoth Jair - (Awothjair), bijbelsche benaming (=Tentdorpen van Jair) voor een aantal nederzettingen van den clan van Jair, waarvan zoowel het aantal (23, 30, 60) als de ligging uit de verschillende teksten niet juist te bepalen is (vgl. Num. 32. 41; 1 Par. 2. 22; 3 Reg. 4. 13).
Waarsch. lagen zij op de grens van Basan en Galaad. Simons Le Havre Fransche havenstad aan de trechtermonding van de Seine in het dept. Seine-Inférieure (XI 96 D 2).
De stad is in 1517 gesticht en telt thans 165 000 inw.(1931). De 15 havens zijn in de laatste eeuw aangelegd, ze zijn tot 16 m diep en door pieren beschermd. De haven heeft een apart overlaadstation, 7 dokken en 16 sluizen. Een kanaal leidt naar de Seine, voor de rivierscheepvaart. Zeer belangrijk is de invoer van koffie, cacao, katoen, WTO1, koper, hout, oliezaden, thee en wijn. De uitvoer omvat vooral fabrikaten.
Als industrieplaats is H. belangrijk door zijn scheepswerven, textielfabrieken, petroleum- en suikerraffinaderijen. Veel visscherij. Het vervoer van emigranten is sterk afgenomen. Er is een hoogere handelsschool, visscherijschool, zeevaartschool, oceanographisch instituut. Geboorteplaats van Bernardin de SaintPierre, Casimir Delavigne en Fr. Lemaître.
Lit.: Ed. Lavergne, Le Havre, son évolution, son avenir (Le Havre 1927). Heere