Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Hans Makart

betekenis & definitie

Kunstschilder. * 29 Mei 1840 te Salzburg, ✝ 3 Oct. 1884 te Weenen. Hij was een leerling van Karl Piloty, die te München prof. aan de academie was en als voorganger optrad van de coloristische vernieuwing in de realistische historie-schildering. M., bewonderaar van Titiaan en Veronese, zette dit beginsel voort en gaf er uitbreiding aan in groote, met feestelijken pronk en zinnelijk tintelende kleur geschilderde historische tafereelen en allegorieën, vol naakt en draperie, vaak niet vrij van oppervlakkigheid, en soms in zulk bedenkelijk materiaal uitgevoerd, dat zij snel donkerden.

Dieper en gaver waren menigmaal zijn kleinere stukken en portretten. Hij vestigde zich in 1869 te Weenen en werd daar hoogleeraar aan de academie.Voorn. werken: De Pest in Florence; Katharina Cornaro ; De Vijf Zinnen ; De Zeven Hoofdzonden; De Intocht van Karel V in Antwerpen ; Cleopatra ; de Abundantia; het Vrouwenbad; de feeststoet bij het regeeringsjubileum van Franz Jozef.

Lit.: A. Weixlgartner (1929). Engelman

< >