Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-07-2019

Handelsreiziger

betekenis & definitie

Handelsreiziger - tusschenpersoon in den handel, die in dienst van zijn principaal een bepaald gebied afreist om orders te op nemen, welke al of niet nader bevestigd moeten worden. Hij treedt in het bijzonder op bij den verkoop van industrieproducten.

Zijn belooning bestaat óf uit salaris + provisie óf uitsluitend uit provisie. Zijn rechtspositie is wettelijk nog niet (1935) geregeld. Witsenboer. In het Belg.

Recht is het juridisch statuut van den handelsreiziger niet vast omschreven. Meestal neemt men aan, dat de h. een bediende is van de firma’s, die hij vertegenwoordigt, zoo hij rechtstreeks van deze firma’s onderrichtingen ontvangt, onder haar leiding werkzaam is en door een band van ondergeschiktheid aan haar verbonden is.

Wanneer daarentegen de h. door geen band van ondergeschiktheid verbonden is aan de huizen, waarvan hij de koopwaren aanbiedt, dan wordt hij vrije handelsvertegenwoordiger en komt zijn statuut zeer kort te staan bij dat van den makelaar, waarvan de werkzaamheid zich bepaalt, tegen het ontvangen van een makelaarsloon, kooper en verkooper bij elkaar te brengen.Lit.: Just. Houben, De wet op het dienstcontract (1934). Rondou.

< >