Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-07-2019

Handelsonderwijs

betekenis & definitie

Handelsonderwijs - I. In Nederland.

A) Hooger handelsonderwijs.

Het handels-hoogeronderwijs is in Ned. nog van jongen datum, althans wat de verwerkelijking betreft. Plannen en rapporten zijn echter al van zeer ouden datum. Uit het midden van de 18e e. is er al een ontwerp van een Koopman’s Academie te Amsterdam. In het K.B. van 8 Jan. 1842, waarbij de Kon. Academie, de tegenw. Techn.

Hoogeschool, te Delft werd in het leven geroepen, werd mede als doel dier academie gesteld: de opleiding van de kweekelingen voor den handel. Bij de verleening van de universitaire rechten aan het Amsterdamsche Athenaeum in 1876 werd al de idee geopperd een faculteit der handelswetenschappen te stichten. De brochure van W. Kreukniet, getiteld Handelsonderwijs, waarin de noodzaak eener handelshoogeschool werd betoogd, verscheen in 1898. In hetzelfde jaar nam de Mij. van Nijverheid de zaak ter hand. De latere hoogleeraar J.

G. Ch. Volmer verdedigde daar de oprichting van een handelsacademie, hetzij als zelfstandige instelling, hetzij in verbinding met een of meer der bestaande universiteiten. Anderen, als Hülsmann, vielen hem bij. Het rapport verscheen in 1901. In hetzelfde jaar nam de Nationale Ver. voor H. de zaak ter hand.

Weerklank vond de uitgesproken wenschelijkheid eener handelshoogeschool in Kuyper’s Wetsontwerp voor het hooger onderwijs (1904). De gedachte groeide door: de daad bleef uit tot 1913, toen op 8 Nov. de toenmalige min.-pres. Cort v. d. Linden de op het initiatief van Rotterdamsche kooplieden te Rotterdam tot stand gekomen Ned. Handelshoogeschool opende. Belangrijk organisatorisch werk was verricht door mr.

G. W. J. Bruins, den eersten rector-magnificus der hoogeschool. Het Rotterdamsche voorbeeld werd in 1922 gevolgd door Amsterdam bij de oprichting van de faculteit der Handelswetenschappen, als zesde faculteit van de gern. univ. en ten slotte in 1927 door het curatorium der R.K. Leergangen te Tilburg, dat de R.K. Handelshoogeschool stichtte.

Het doel dezer instellingen is vorming en voorbereiding tot de zelfstandige beoefening van een aantal wetenschappen, die het econ. leven tot voorwerp hebben, en vorming en voorbereiding tot het bekleeden van die betrekkingen in het maatschappelijk leven in het algemeen en in het bedrijfsleven in het bijzonder, waarvoor de studie der econ. en soc. wetenschappen noodzakelijk of wenschelijk wordt geacht. Deze omschrijving duidt reeds aan, dat de uit het buitenland overgenomen benaming handelshoogeschool zeer onvoldoende het gestelde doel weergeeft. Dit is de reden, dat de R.K. Handelshoogeschool in 1932 den naam aannam van: Hoogeschool voor Econ. en Soc. Wetenschappen. De Amsterdamsche handelsfaculteit volgde dit voorbeeld in 1935 en heet sindsdien faculteit der Econ. Wetenschappen.

De veelzijdigheid van het econ. leven, dat bestudeerd wordt, eischt, dat een vrij uitgebreid aantal vakken onderwezen wordt: de theoretische economie, het geld-, crediet- en bankwezen, de econ. politiek, de bedrijfshuishoudkunde, de techn. industrieleer, de organisatie en techniek van den handel, het privaatrecht, het staatsrecht, de gesch. en de aardrijkskunde. De Tilburgsche hoogeschool heeft aan deze vakken nog toegevoegd enkele wijsgeerige vakken: logica, psychologie, ethica, de normatieve sociologie, als verplichte examenvakken. In de overtuiging, dat voor den Kath. geleerde noodzakelijk is, dat zijn theologische kennis in een evenwichtige verhouding staat tot zijn wetensch. kennis, wordt aan de Tilburgsche hoogeschool de gelegenheid gegeven tot het volgen van colleges in de Kath. dogmatiek en apologetiek.

Het volledige onderwijs tot aan het doctorale examen omvat in Rotterdam en Amsterdam 4 jaren, in Tilburg 5 jaren. Aan het candidaats- en doctoraal-examen laat Tilburg nog een propaedeutisch examen voorafgaan. Na het doctoraal examen bestaat aan de drie instellingen de gelegenheid om gedurende 1 a 2 jaren de opleiding voor accountant te volgen. Cobbenhagen.

B) Middelbaar onderwijs.

Het doel is niet eenvoudig aan te geven, daar aan h. nu eens een ruimere zin, dan weer een engere beteekenis gegeven wordt. Waar h. den ruimeren inhoud van economisch onderwijs heeft gekregen, is het doel niet enkel eindonderwijs te geven voor degenen, die een functie zullen gaan bekleeden in het bedrijfsleven, maar tevens voorbereidend onderwijs te geven voor degenen, die aan instellingen van handels-hoogeronderwijs wenschen verder te studeeren of degenen, die een studierichting willen gaan volgen, die niet over de hoogescholen loopt, zooals studie van het notariaat, surnumerair der belastingen, M.O. akten e.d. Onder dit soort onderwijs vallen de zgn. hoogere handelsscholen en de H.B.S. A. Waar h. den meer begrensden inhoud, die met „handel” wordt aangeduid, heeft behouden, is de bedoeling eindonderwijs te geven, opleiding voor betrekkingen in den handel, speciaal op de kantoren. De handelsscholen met 3- en 4-jarigen cursus behooren tot deze soort.

Ofschoon het middelbaar h., zooals we het heden nog kennen, reeds dateert van het midden der 19e eeuw, is er nog steeds geen definitieve wettelijke regeling. Zoo is het mogelijk, dat scholen met ongeveer gelijk program onder verschillende benamingen naast elkaar bestaan. De zgn. hoogere handelsscholen (5-jarige cursus, gewoonlijk 2-jarig handelsonderwijs op een onderbouw van 3-jarige H.B.S. of lyceum) zijn 22 in getal; de zelfstandige hoogere-burgerscholen A (na 1923 meestal omgezet uit een hoogere handelsschool) zijn 11 in aantal en de H.B.Scholen A., als afd. van een hoogere burgerschool, 57. Er zijn 11 scholen met 4-jarigen cursus, 8 met 3-jarigen cursus, terwijl er 128 handelsavondscholen zijn. Gelijk bij het overige middelbaar onderwijs, is er openbaar (rijk en gemeente) en bijzonder onderwijs. Onder de opgesomde schooltypen zijn Katholiek: 7 hoogere handelsscholen, 12 H.B.S.A. (afd. eener H.B.S.), twee 4-jarige, vijf 3-jarige scholen en ca. 26 handelsavondscholen.

Voor de examens en onderwijsbevoegdheden, ➝ Handelswetenschappen (sub Handelswetensch. examens).

Lit.: S. Elzinga, De Grondslagen der maatschappijschool (1933); Het Handelsonderwijs in Nederland (uitg. v. d. Bond van gemeenten, vereenigingen en stichtingen, die inrichtingen tot het geven van handelsonderwijs in stand houden, 1930); Jaarboek van het onderwijs en de opvoeding der R.K. Jeugd (uitg. v. h. R. K. Centraal Bureau voor Onderw. en Opv. 1935). Cobbenhagen.

C) Lager handelsonderwijs.

Ook bij het L.O. bestaat er afzonderlijk georganiseerd handelsonderwijs. In zoover dit subsidie van het Rijk geniet, is het ook tot op zekere hoogte van rijkswege geregeld. In de „Leidraad voor de bezoldiging van directeuren van, en onderwijzend en bedienend personeel aan van rijkswege gesubsidieerde inrichtingen voor handelsonderwijs” worden in art. 65 de handelsavondscholen en -cursussen verdeeld in lagere en middelbare, en wordt tevens omschreven aan welke eischen, o.a. ten aanzien van cursusduur en onderwijsprogram, de avondschool of cursus moet voldoen om geacht te worden een middelbare of lagere school te zijn. Met het toezicht op de gesubsidieerde handelsavondscholen en -cursussen, zoowel lagere als middelbare, zijn belast de Inspecteurs van het gymnasiaal en middelbaar onderwijs.

Voor onderwijs bevoegdheid, ➝ Handelswetenschappen (sub Handelswetensch. examens).

II. Handelsonderwijs in België (zie ook art. ➝ België, sub XI D).

A) Hooger onderwijs.

Onder de 13 hoogere handelsscholen zijn er 3 van den Staat (Antwerpen, Gent en Luik), 9 erkende, waarvan 7 dagscholen en 2 avondscholen; daarnaast bestaat nog de onafhankelijke Solvay-stichting te Brussel. Na 3-5 jaar studie leveren zij den graad van licentiaat voor handel en geldwezen, voor consulaire en handelswetenschappen, voor koloniale en voor zeevaartwetenschappen.

B) Middelbare handelsscholen.
1° Hooger middelbaar handelsonderwijs wordt gegeven in de moderne afd. van de athenaea en in een 20-tal Kath. colleges. Deze cursus omvat 18 uren over de verschillende jaren verdeeld.
2° Lager middelbaar handelsonderwijs. De staatsmiddelbare scholen en de meeste Kath. middelbare gestichten en daarnaast ook een groot aantal leergangen in de technische scholen geven een handelscursus. Deze is zoodanig ingericht, dat de leerlingen na drie jaren studie de 3e moderne humaniora kunnen volgen.
C) Ook in den vierden graad van de lagere school is een zeer elementaire cursus in handel verplichtend.

Denijs.

< >