Hammoerabi - koning van Babylon, zoon van Sin-moeballit; hij was de zesde en grootste koning van de eerste dynastie van Babylonië (de zgn. dynastie der Amorrheeën) en regeerde 43 jaar (volgens Kugler 1947-’04; vlg. Weidner: 1955-’13).
Oorspr. stadskoning van Babel en vazal van ➝ Elam, wist hij zich vrij te maken van de Elamietische overheersching en de hegemonie van zijn stad Babel te vestigen over geheel Babylonië, door in het 30e jaar van zijn regeering zijn tegenstander Rim-sin van Larsa (➝ Arioch) te verslaan. Sindsdien alleenheerscher over Babylonië beijverde hij zich voor de eenheid en de rust van zijn rijk.
Hij bevorderde kunsten en wetenschappen, beschermde den godsdienst en behartigde de welvaart van het land, vnl. door zijn zorg voor den landbouw. Een zeer uitgebreide correspondentie, die van hem bewaard gebleven is, toont zijn zorg voor goede administratie en gecentraliseerd bestuur van het rijk.
Onsterfelijken naam heeft H. zich verworven door zijn wetboek.Wetboek van Hammoerabi. Dit wetboek stond gebeiteld op een dioriet-zuil, die in drie stukken werd gevonden te Soesa in Perzië bij de Fr. opgravingen aldaar door M. J. de Morgan in Dec. 1901 en Jan. 1902. De zuil is 2,25 m hoog en heeft een omvang van 1,65 m boven en 1,90 m beneden; aan het boveneinde vertoont zij een voorstelling, waar H. is afgebeeld, staande voor den zonnegod Sjamasj om door hem te worden onderricht. Deze zuil stond oorspronkelijk in den Mardoektempel te Babylon; door een Elamietischen koning, die ca. 1178 Babel veroverde, werd zij als oorlogstrofee meegevoerd naar Soesa. Thans bevindt zij zich in het Louvre te Parijs. Enkele maanden na het vinden van de zuil werd de tekst van het wetboek in transscriptie en vertaling gepubliceerd door V. Scheil O.P. in Mémoires publiées sous la direction de M.
J. de Morgan, délégué général (IV, Textes élamites-sémitiques, 2e serie; Parijs 1902). Ondanks latere verbeteringen in accidenteele zaken is deze publicatie de grondslag gebleven van alle latere bewerkingen.
De codex van H. is de codificatie van het toenmaals in Babylonië geldende publieke en private recht in al zijn verschillende geledingen. Het is dus voor het grootste gedeelte geen nieuw ontworpen recht, maar codificatie van reeds bestaand recht. Het wetboek bevat 282 paragraphen. Het is het oudste wetboek ter wereld. De Mosaïsche wetgeving vertoont in meerdere unten overeenkomst met het wetboek van H. Dit berust niet op directe afhankelijkheid van Moses t.o.v.
H. Beiden hebben het in hun milieu gangbare recht gecodificeerd; wijl nu meerdere rechtsnormen in het Semietische milieu wijd verspreid waren, worden zij zoowel bij Moses als bij H. teruggevonden.
H. is waarsch. identiek met den in Gen. 14 genoemden ➝ Amraphel, koning van Sennaar (= Babylonië), die met Arioch van Ellasar (waarsch. koning Rim-Sin van Larsa) en Thadaal, rex gentium (waarsch. Thyda’al, koning der Hettieten), een expeditie ondernam in het gebied van de Doode Zee onder leiding van Chodorlahomor, koning van Elam. Dan is H. een tijdgenoot van Abraham.
Lit. en vert.: Fr. Ulmer, H., sein Land und seine Zeit, in: Der alte Oriënt (IX, Heft 1, Leipzig 1909); B. Meissner, Könige Babyloniens en Assyriens (Leipzig 1926). Vert. v. h. wetboek: Duitsch: Winckler (1904 en 1906); Muller (1903); Kohler-Peiser-Ungnad (1904); Ebeling (1926); Eilers (1931). Engelsch: Harper (1904). Latijn: Deimel (1910).
Verder: A. Ungnad, Babylon. Briefe aus der H.-Dynastie (Leipzig 1914); Koschaker, Rechtsvorgleich. Studiën zur Gezetsgebung H.s (Leipzig 1917).
Alfrink.