Hammenecker - Jan, Vlaamsch dichter; * 1878 te Mariekerke a.d. Schelde, † 1932 als pastoor te Westrode-Wolvertem.
In stoere, bonkige verzen bezong hij de Schelde; vooral dichter van het godsleven in den mensch en in den priester. Verzen (1906), Van Christus’ Apostelen (1913), meest in Excubiae (1925).
Ook in zijn prozagedichten Colloquia (2 dln. 1923-’30), wat zwaar en gemaniëreerd. Zoo zuiver als een ooge (1918), drie heiligenlegenden in proza; Voor een ziel (1922), verhaal over de Vlaamsche beweging.
Na zijn dood verscheen een Bloemlezing uit zijn werk (1934).Lit.: J. Eeckhout, Lit. Profielen (IV). A. Boon.