Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-07-2019

Hamaker

betekenis & definitie

Hamaker - Hendricus Jacobus, Ned. rechtsgeleerde; * 16 Sept. 1844 te Hilversum, † 2 Maart 1911 te Utrecht. Hij studeerde aan de univ. te Leiden en werd in 1877 hoogleeraar te Utrecht, waar hij afwisselend encyclopaedie, handelsrecht, burgerlijk recht, burgerlijke rechtsvordering en internationaal privaatrecht doceerde.

Behalve enkele werken schreef hij zeer vele art. in het Weekblad voor Privaatrecht, Notarisambt en Registratie. Na zijn overlijden zijn deze opstellen door prof.

W. Molengraaff en mr.

C. Star Busmann verzameld en uitgegeven onder den titel „Verspreide geschriften”.

H.’s rechtsbeschouwing is een materialistische. Volgens hem is het recht het geheel der regelmatigheden in de wijze, waarop de menschen zich tegenover elkander gedragen.

Recht en moraal staan op één lijn met de natuurwetten. Er is geen verschil tusschen wat is en wat zijn moet.

Dientengevolge is men niet aansprakelijk voor zijn handelingen. De misdaad moet worden gestraft, niet omdat de mensch zedelijk verantwoordelijk is, doch om hem een ervaring rijker te maken en hem anders te doen worden, dan hij was.Terecht is deze leer scherp bestreden.

Werken: o.a. Aard en doel van het internat. privaatrecht (1878); Beschouwingen over bewijsrecht (1906); Het recht en de maatschappij (1888); Verspr. geschriften (7 dln. 1911-’13). v. d. Kamp.

< >