Hakim - A l, Fatimidenkalief van Egypte (9961021); vervolgde bloedig Soennieten, Christenen en Joden. Vaardigde zonderlinge wetten uit (o.a. aan vrouwen alle verkeer buitenshuis verboden; handelsverkeer alleen des nachts geoorloofd!).
In 1010 verklaarde hij plotseling het Soennietische en het Sjiïtische stelsel volkomen gelijkwaardig, doch schafte 1017 alle Mohammedaansche geloofspraktijken af en proclameerde, dat hij de incarnatie der godheid was. In hoeverre zijn onmenschelijke wreedheid, zijn grillige onstandvastigheid en zijn zelfvergoding aan geestesziekte te wijten zijn, is een open vraag.
Droezen vereeren H. als god en verwachten nog heden zijn terugkomst. H. heeft nl. een geheimzinnig levenseinde gevonden.
Hij verdween plotseling, onbekend hoe en waarheen. Volgens een onwaarschijnlijk verhaal zou hij op instigatie van zijn zuster vermoord zijn.
De regeering van H. heeft de Fatimiden zeer benadeeld. Na hem gaat het met hun macht snel bergaf.L i t.: →Fatimiden. Slootmans.