Hahn - 1° Albert, Ned. teekenaar, *17 Maart 1877 te Groningen, ✝3 Aug. 1918 te Watergraafsmeer. Studie o.a. aan de Rijks-academie te Amsterdam.
H. teekende spotprenten voor de Notenkraker, Het Volk e.a., gaf albums met caricatuur-teekeningen uit, o.a. In Abrahams Schoot, Onder zwart Regime; onder deze politieke prenten worden vooral die op dr.
Abr. Kuyper geroemd.
H. legde zich ook toe op het ex-libris en op het teekenen van affiches.L i t.: J. Veth, Holl. Teekenaars (1905).
2° Eduard, Duitsch econ. geograaf; *7 Aug. 1856 te Lübeck, ✝24 Febr. 1928 te Berlijn; vooral bekend door zijn studiën betreffende de ontwikkeling der huisdieren. H. is een tegenstander van de Drietreden-theorie; schrijft aan de vrouw de eerste toepassing van den hakbouw toe; in Babylonië ontstond hieruit, met medewerking van het rund, de landbouw.
Werken: Die Haustiere (1896); Die Weltwirtschaft am Ende des 19 Jahrh. (1900); Das Alter der wirtschaftlichen Kultur (1905); Die Entstehung der wirtschaftlichen Arbeit(1908);
Die Entstehung der Pflugkultur (1909); Von der Hacke zum Pflug (1914).
v. Velthoven.
3° Johann Georg, philoloog en Balkanvorscher; *1811 te Frankfort a. M., ✝1869 te Jena; 1834-’43 in Gr. staatsdienst, 1847-’69 consul van Oostenrijk te Janina en Syra. Het resultaat van zijn navorschingen, speciaal in Albanië, legde hij neer in meerdere werken.
4° Otto, Duitsch natuurkundige; *8 Maart 1879 te Frankfurt a. M., buitengewoon hoogleeraar en 2e directeur van het Kaiser-Wilhelminstitut te Berlijn. In 1905 ontdekte hij het radiothorium, in 1906 het mesothorium, in 1918 (met L. Meitner) het protactinium. Schreef veel over radioactiviteit. J. v. Santen.
5° Reynaldo, Fransch componist; *9 Aug. 1874 te Caracas (Venezuela), studeerde aan het conservatorium te Parijs (leerling o.a. van Massenet) en componeerde opera’s, tooneelmuziek, balletten, koorwerken, liederen en kamermuziek.