Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-07-2019

Hagar

betekenis & definitie

Hagar - (Oude Test.), Egyptische slavin, die Abraham op verzoek van zijn vrouw Sara tot bijvrouw nam, toen Sara geen kinderen kreeg. Later moest zij vluchten naar de woestijn, waar een engel haar terugzond.

Daarna werd haar zoon Ismaël geboren. Toen ook Sara een zoon ontving, moest H. na eenigen tijd voorgoed Abraham verlaten.

Paulus ziet in H. het beeld der synagoge, van het Joodsche volk, dat door Gods raadsbesluiten niet deelt in de erfenis (Gal. 4.21).De Arabieren, voortgekomen uit Ismaël, hebben in hun traditie de herinnering aan H. bewaard. C. Smits. Hagar wordt in de beeldende kunst dikwijls uitgebeeld in de scène van haar verstooting door Abraham, o.a. F. Barocci (te Dresden), G. F. Guercino (Brera, Milaan), Rembrandt en zijn leerling Gov.

Flinck; in den modernen tijd door P. J. Verhagen en J. F. Overbeck.

Lit.: A. Kuhn, Geseh. d. Malerei (II, passim); A. Michel, Hist. de l'art.

< >