Haer - Florentius van der, Kath. geschiedschrijver; * 1547 te Leuven, ✝ 1634 te Rijsel. Studeerde te Leuven, werd priester en onderwees theologie aan de abdij St.
Geertrui aldaar. Wordt dan kanunnik en thesaurier der kanunniken te Rijsel.
In 1578 gaat H. naar Haarlem om voor don Juan van Oostenrijk een onderzoek betreffende bisschop Nic. van Nieuwland in te stellen. In 1579 heeft hij, als gezant van de geestelijkheid van Rijsel, het verdrag van Parma met de Walen onderteekend.
Mede naar het schijnt door zijn bemiddeling zijn de Jezuïeten naar de missie in de Noordel. Nederlanden gekomen.
In 1598 heeft H. druk heen en weer gereisd tusschen Noord en Zuid, o.a. voor aangelegenheden betreffende de Jezuïeten en Sasbout Vosmeer. Beroemd is hij door zijn „De initiis tumultuum Belgicorum”, opgedragen aan Parma, loopende tot 1567 (ed. 1587; 1640).
Sinds het verschijnen is dit boek door Kath. en niet-Kath. gebruikt en geprezen wegens de onpartijdigheid. Oranje ziet hij als aanstoker van de onlusten; in de ed. 1640 zijn eenige uitdrukkingen t.o.v.
Oranje verzacht. Vermaseren. Verdere werken: Les Chastellains de Lille (1611); Antiquitatum Liturgicarum Arcana (1605).