Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-07-2019

Gyroscoop

betekenis & definitie

Gyroscoop - Toestel, dat Foucault in 1852 maakte om de aswenteling der aarde aan te toonen. Het bestaat in hoofdzaak uit een vrij hangende tol in een stelsel van twee → Cardaansche ringen.

De as van de tol wordt in een horizontaal vlak loodrecht op de richting van de aardas geplaatst en dan in snelle wenteling gebracht, waardoor zij haar oorspr. stand tracht te bewaren. Daar het horizontale vlak door de wenteling der aarde na verloop van zekeren tijd een anderen stand heeft aangenomen en de tolas niet, kon Foucault verwachten, dat het optredende richtingsverschil juist zou beantwoorden aan den hoek, waarover de aarde in dien tijd gedraaid was, namelijk 15 boogminuten in 1 tijdminuut.

Dit geschiedde echter niet, daar zijn toestel niet voldoende uitgebalanceerd was en de wrijving in de lagers der ringen storingen veroorzaakten, die de waarnemingen onzeker maakten. In 1864 vervaardigde J.

Salleron te Parijs dgl. toestellen, waarbij door stelschroefjes op de as de tol nauwkeurig uitgebalanceerd kon worden. Een practische toepassing heeft het idee van Foucault later (1898) gevonden in den richtingbewaarder van Van Obry.

Het toestel, dat uiterst nauwkeurig uitgebalanceerd is, wordt gemonteerd in de Whitehead-torpedo ’s en bewerkt, dat deze een voldoenden tijd hun gangrichting onder water bewaren.Foucault heeft nog twee andere proeven uitgedacht om met den g. de aswenteling der aarde aan te toonen. De eene bestaat hierin, dat de tolas wordt geplaatst in het vlak van den meridiaan, waarin zij zich vrij moet kunnen bewegen. De tol moet dan de draaiing van het meridiaanvlak meemaken en stelt zijn as vanzelf evenwijdig aan de aardas, zoodat de hoek, dien zij dan met het horizontale vlak maakt, de geogr. breedte van de plaats aangeeft: geographisch inclinatorium. Nauwkeuriger is de zgn. barygyroscoop van Gilbert, die op hetzelfde beginsel berust. De andere proef bestaat hierin, dat de tolas zich alleen in het horizontale vlak vrij bewegen kan. Onder den invloed van een richtende kracht stelt de as zich nu in de N.-Z. richting en vormt dus een soort geogr. declinatorium, den oorspr. vorm van het latere kompas. (→ Tol).

Lit.: Phys. Handwörterb. (blz. 480); J. Salleron, Notice sur les instrumenta de précision (Parijs 1864, 308); Ph. Gilbert, Journal de physique (2, II Parijs 1883, 110). A. Mulder

< >