Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-07-2019

Guttapercha

betekenis & definitie

Guttapercha - (ook : Balam), evenals rubber een stollingsproduct uit het melksap van bep. boomsoorten. Bij normale temp. vormt het een harde, niet rekbare massa, die alleen boven 50° C plastisch wordt, doch bij daling van temp. weer haar vroegere hardheid herneemt.

G. wordt vnl. gebruikt voor het isoleeren van onderzeesche kabels, waarvoor deze stof slechts ten deele is te vervangen door balata en ontharste rubber, doordat zij niet door het water wordt aangetast. Terwijl de planten, welke rubber of caoutchouc leveren, behooren tot vsch. familiën en verspreid zijn over de tropen van de Oude en de Nieuwe Wereld, wordt bruikbare g., die dezelfde chemische, doch geheel andere physische eigenschappen bezit, alleen voortgebracht door boomen, behoorende tot de fam. der Sapotaceae, waarvan de verspreiding is beperkt tot den Maleischen Archipel met inbegrip van Malaka, Nieuw-Guinee en de Philippijnen. Van de Sapotaceae zijn het vnl. de Palaquium-soorten, die g. opleveren, waarvan het uit Ned.-Indië geëxporteerde deel meerendeels een inferieur product is, afkomstig uit Bomeo van Palaquium leiocarpum. De nog in het wild voorkomende boomen worden geveld, waarna het melksap uit den bast wordt gewonnen en door verwarming tot stolling gebracht. De beste g. wordt verkregen van Palaquium Gutta, waarvan een aanplant werd gemaakt op de Gouvernements-cultuur-onderneming „Tjipetir” (Java), de eenige onderneming, waar op groote schaal g. wordt gefabriceerd, en waarbij het product niet uit den bast, doch uit de bladeren wordt gewonnen door extractie met benzine en aethylacetaat. In 1933 werd van Java 44 ton g. uitgevoerd en uit de Buitengewesten (vnl. uit Borneo) 2 490 ton.

Lit.: v. Rombourgh, Les Plantes a caoutchouc et k g., cult. aux Indes Néerl. (1903); K. Heyne, De nuttige planten van N.I. (II 1927). Dijkstra

< >