Guicciardini - 1° Francesco, Ital. staatsman en historicus; * 6 Mei 1483 te Florence, ✝ 25 Mei 1540. Na schitterende studiën aan de univ. van Ferrara en Padua, verwerft hij den doctorstitel in de rechten (1505) en wordt aangesteld als prof. in de rechten te Florence.
Aanvankelijk als ambassadeur van dezen staat naar Ferdinand den Katholieken gezonden, treedt hij in 1515 in dienst van paus Leo X, wordt achtereenvolgens gouverneur van Reggio en Modena, in 1523, vice-regent van de Romagna, luit.-generaal van het pausel. leger, en in 1531 gouverneur van Bologna. Later in dienst van de Medici, heeft hij in scherpe oordeelvellingen de pausen beschuldigd de oorzaak te zijn van de verwarring in de Kerk en in de staten van Italië.
In dienst van de Medici, o.a. van Cosimo di Medici, heeft hij zich geen dankbaar burger van Florence betoond, en wordt door de tijdgenooten beschouwd als geldzuchtig, wreed en geleid door een bitteren haat.Na een verzameling van aphorismen (de Ricordi politici) te hebben gepubliceerd, toont hij zich een objectief historicus in zijn Storia Florentina en in het beroemde Storia d’Italia, dat de gesch. van de staten behandelt over de periode 1494-1532. Terecht wordt aangegeven, dat voor hem nooit een drama, alleen een gebeurtenis geschiedde.
Lit.: C. Gioda, F. G. e Ie sue opere inedite (Bologna 1880). V. Roosbroeck
2° Ludovico, Ital. Humanist en historicus; * 19 Aug. 1521 te Florence, ✝ 22 Maart 1589 te Antwerpen. Behoorend tot een befaamde Florent. patriciërsfamilie, neef van den geschiedschrijver Francesco G., vestigt hij zich als koopman in Antwerpen, vermoedelijk ca. 1542, en neemt er deel aan het bedrijvige geestelijke leven van zijn tijd. Na zijn „L’hore di recreazione” (1565), vrucht van een sterke belezenheid, ontwerpt hij in het „Commentarii delle cose piu memorabili seguiti in Europa”, een alg. gesch. van zijn tijd (van 1529 tot 1560), waarin hij echter het hoofdaandeel aan de Ned. gewesten wijdde(1565). Zijn meesterwerk blijft evenwel de prachtige „La Descrittione delli tutti i Paesi Bassi”, de beschrijving van de Ned. in hun algeheele bedrijvigheid en verschijning, waarin dan dit nooit geëvenaarde beeld van de groote handelsstad Antwerpen is geteekend geworden. Dit werk, gedrukt te Antw. in 1567, werd wel overal verspreid, vertaald, en verzekerde hem de hulde van de Sp. vorsten en de erkentelijkheid van den Antw. magistraat. Zijn vrijmoedige critiek bracht hem in ongelegenheid bij Alva (1572), terwijl hij ook, ten onrechte, betrokken werd in den aanslag van Jaureguy op Willem van Oranje (1582). Hij werd in de Antw. hoofdkerk begraven. V. Roosbroeck