Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-07-2019

Guarino

betekenis & definitie

Guarino - (Lat. Varinus),

1° (Ook Guarini genoemd) Giovanni Battista, zoon van 3°, Ital. Humanist; * 1425 te Verona, ✝ 1513 te Venetië. Hij doceerde Gr. en Lat. te Ferrara, en publiceerde in 1459: De Ordine docendi, waarin voor het eerst als eisch voor een goede opvoeding zoowel de kennis van Gr. als van Lat. wordt gesteld.
G. da Favora (ook Favorinus en Camers genoemd), Ital. Humanist; * ca. 1450 te Favora (bij Camerino), ✝ 1537. G. was Benedictijn, leeraar van den lateren paus Leo X, bisschop van Nocera (1514), en had de leiding van de bibliotheek der Medici in Florence. Hij genoot een groote reputatie om zijn lexicographie.
3° G. da Verona, Ital. Humanist ; * Dec. 1374 te Verona, ✝ 14 Dec. 1460 te Ferrara. Hij leerde Gr. bij Chrysoloras in Konstantinopel (1403-’08) en kwam terug met waardevolle hss. Hij gaf colleges te Florence, Venetië en Verona, werd in 1429 opvoeder van prins Lionello te Ferrara en in 1436 prof. aldaar. In 1438 was hij tolk op het concilie van Ferrara-Florence. G. wekte overal liefde voor de studie der Klassieken en was een der belangrijkste paedagogen van zijn tijd. Zie ook → Guarini (1°).

Lit.: J. E. Sandys, A hist. of class. Scholarship (II, 49-52). Zr. Agnes

< >