Groot Privilege - akte, waardoor hertogin Maria van Bourgondië 11 Febr. 1477 aan de Ned. gewesten de eerbiediging van de bestaande „rechten, privilegiën, costumen ende usagiën” bevestigt.
De sterk-centraliseerende regeering van de Bourgondische vorsten had de vsch. gewesten fel ontstemd.
Wanneer dan de plotselinge dood van Karel den Stouten voor Nancy de alg. ontreddering bracht en de jonge hertogin voor zware moeilijkheden was gesteld, o.a. territoriale eischen van den Fr. koning, opstandigheid van Gent, konden de vergaderde Staten-Generaal een reeks van eischen opstellen, waardoor het sterke centralisme ten gunste van het particularisme der gewesten verzwakt werd. Het G. P. bepaalde o.a. de afschaffing van het parlement van Mechelen, instelling van den ➝ Grooten Raad, ondergeschikt evenwel aan de oppermachtige beslissingen van de gewestelijke bestuurslichamen; het beperkte eveneens het gebruik van de Fr. taal in de betrekkingen met de Vl. gewesten, het instellen van tollen, de wegschenking van opengevallen abdijen.
Dit G. P. werd bovendien voor bepaalde gewesten door afzonderlijke akten bevestigd, o.a. voor Vlaanderen, Brabant, Holland en Zeeland. Het beteekent in zijn geheel een terugkeer naar het provincialisme.
V. Roosbroeck.