Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-07-2019

Groot Kei

betekenis & definitie

Groot Kei - (Noehoe Joet), eiland in N.O.I., grootste eil. der onderafd. Kei-eil., res.

Amboina, gouvern. der Molukken, hoofdplaats: Banda-Elat; gelegen op den Timor-Ceram-boog; rand van het Sahoel-plateau. Het eil. bestaat uit zwaar beboscht bergland (hoogste punten: Boö 769 m, Daab 800 m); uitloopende in een aaneenschakeling van kapen en inhammen en hier en daar steile kusten.Het levert goede houtsoorten: bitanggoer (Corophyllum inophyllum), lingoa (Pterocarpus indicus), ijzerhout (Intsia), verder sago en kokosboomen, allerlei oebi-soorten, cassave, maïs, suikerriet enz. De fauna is arm: wilde zwijnen, een klein soort kangoeroe, boombeer, veel gevogelte en visch.

Tropisch zeeklimaat. De Westmoesson (Dec.) zet in met zware regens, evenals de Oostmoesson (begin Mei; Aug. t/m Nov. geheel droog).

Bevolking: ca. 21 000 zielen, over veel kleine kampongs verdeeld. Austronesisch ras, goed gebouwd, niet groot, van licht tot donkerbruin; vroolijk en opgewekt. Er zijn vele nederzettingen van vreemdelingen (➝ Banda-Elat; Banda-Eli enz.). De verdeeling in „oerliem” (aanhanger van Ternate) en „oersiew” (aanhanger van Tidore) heeft haar zin verloren.

Vroeger waren de Groot-Keieezen heidenen (animisten). De Islam werd door vreemden ingevoerd; rond 1870 begon een meer systematische verspreiding; ruim 1/3 is Mohammedaan. De Ind. (Prot.) Kerk heeft op G. K. vele posten bezet (voor het aantal Christenen, zie ➝ Kei-eil.). De Kath. missie van G. K. ressorteert onder den apost. vicaris van Ned.

Nw. Guinee (zetel te Langgoer-Kei-eil.). Vier hoofdstaties: Oewat, Watoear aan de Westkust, Haar, Hollat aan de Oostkust; 3 miss. v. h. H. Hart; 4 hoofdkerken en 22 bij-staties met bedehuizen. Ca. 7400 Kath. en 350 catechumenen; 20 volksschooltjes met bijna 1000 leerlingen; 1 centraalhuis (in aanbouw) met te openen scholen en een leproserie bij Banda-Elat.

Lit.: J. G. Riedel, De sluik- en kroesharige rassen tusschen Celebes en Papua (1886); G. W. W. C. baron v.

Hoëvell, De Kei-eil. Aroe etc., in Tschr. v. Taal en Volkenk. (XXXIII); H. O. W. Planten, Verslag van mijn reis naar de Keij-eil., in Tschr.

Aardr. Gen. (IX); H. O. W. Planten en C. J.

M. Wertheim, Versl. v. d. wetensch. ondernemingen en onderzoekingen op de Kei-eil. gedurende de jaren 1887,1890; E. Cappers M.S.C., Eene veelbelovende Missie (1918); H. Geurtjens M.S.C., Uit eene vreemde wereld (1921); Annalen van O. L. Vr. v. h.

H. Hart (Missiehuis Tilburg, vanaf 1906); Almanak Missiehuis Tilburg (vanaf 1906). Cappers.

< >