Grondverzet, Grondtransport - Al naargelang van de soort van den grond en van den toestand, waarin deze verkeert, nl. nat of droog, zal het grondverzet, d.i. de hoeveelheid te verzetten grond per tijdseenheid (waarvoor gewoonlijk gerekend wordt per uur, per werkdag of per werkweek) grooter of kleiner zijn.
Het verzetten van grond kan geschieden met de hand of met een graafwerktuig. Per dag van 8 werkuren kan men rekenen, dat een grondwerker bij handwerk verzet: in lossen zandgrond ong. 13 m3 in profiel gemeten en in zwaren kleigrond ong. 6 m3. Met graafwerktuigen (mechanische schop, excavateur e.d.), die drogen grond verzetten, gaan deze hoeveelheden, uiteraard afhankelijk van het vermogen der werktuigen, de diepte van ingraving en de hoogte van de opvoering, tot 150 à 200 m3 per uur. Voor emmerbaggermolens, die dus natten grond verzetten, wisselt dit verzet bij gemiddelde grootte der machines tusschen 200 en 300 m3 per uur of 8 000 à 12 000 m3 per week (van 40 werkuren). Het vermogen van een zandzuiger hangt zeer van de soort van het zand af; gemiddeld kan men rekenen op 6 000 m3 grondverzet per week.
Men zorgt bij grondwerken voor een doelmatig ingericht grondtransport. Voor een vervoersafstand tot 100 m kan men kruiwagens gebruiken, tot 200 m handkipkarren, tot 500 m kipkarren met paard bespannen, tot 1 000 m rolwagens op spoor door paarden voortgetrokken en boven 1 000 m idem door locomotieven bewogen. Ook worden voor grondtransport gebruikt: vrachtauto’s, Jacobsladders, transportbanden (meestal aan graafwerktuigen gekoppeld) en kabelbanen.
Voor vervoer te water bezigt men bakken (onderlossers, oplossers, elevator- en zuigbakken). Bij grondtransport van grooten omvang op zee of op de rivier gebruikt men i.p.v. bakken, die gesleept moeten worden, zelfladende ➝hoppers of zandzuigers. Zie ➝Grondwerk. P. Bongaerts. Lit.: J. E. de Meijier, Detechn. Vraagbaak (4e druk).