Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-07-2019

Groesbeek (kardinaal)

betekenis & definitie

Groesbeek (kardinaal) - Geeraard van, kardinaal, prins-bisschop van Luik (1564-1580); * ca. 1516, † 1580. Had grooten invloed op politiek gebied.

Bestreed eerst met goedheid, dan met geweld het Calvinisme; hiertoe liet hij de Jezuïeten naar Luik komen (1566). Weigerde den prins van Oranje den doortocht door Luik (1568), waarop de belegering volgde van de stad Luik, die de prins van Oranje moest opgeven.

Kardinaal in 1575. Een herziening van de statuten der schepenbank had onder zijn toezicht plaats. Valvekens.

< >