Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-07-2019

Grobbendonk

betekenis & definitie

Grobbendonk - gem. in de prov. Antwerpen (II 511 C 3), ten W. van Herentals, met 3.300 inw. (Kath.).

Opp. 2.145 ha, hoogte 9,50 m. Kanton en dekenaat Herentals.

Effen bodem, zandgrond; landbouw, bouwmaterialen, diamantslijperijen, conservenfabrieken. Het dorp lag eertijds te Ouwen, reeds vermeld in 994, dat in de 16e e. verwoest werd.

De oude kapel van het godshuis voor vrouwen, gebouwd in 1436, werd in 1718 tot koor der nieuwe parochiekerk van S. Lambert bestemd.

Oude Calvarieberg. Kasteel van rond 800; watermolen van 1200.

De heerlijkheid G. werd in 1637 tot graafschap verheven. Voormalige priorij van O.L.V. ten Troon der kanunniken van Windesheim, in 1414 gesticht door Arnold van Crayenhem, in 1578 verwoest en ingelijfd bij S.

Maartensabdij te Leuven, verkocht in 1798; thans nog ruïne van de oude kloosterkerk; kloostergebouwen ingericht tot hoeve. Zrs. van S.

Vincentius van Deftinge in het gasthuis, id. van Vorselaar in de school.Lit.: Goetschalkx, Gesch. van G. (3 dln.); Prima, O. L. V. ten Troon (1932). Lauwerys. Op de plaats genaamd Scheidhaag (bij G.) werd in 1904 een uitgestrekt urnenveld uit den Ijzertijd blootgelegd. Men veronderstelt hier te doen te hebben met tamelijk vlakke grafheuvels met lijkverbranding, aansluitende bij die van → Rijkevorsel, Westwezel, Neerpelt en verder van Z. Holland en aangrenzend Rijngebied. → Hallstattcultuur. Op de plaats Steenbergen (1908) vond men twee bronzen armbanden uit den La-Tènetijd.

Lit.: Stroobant, Buil. Acad. Archéol. Belg. (1905 36 vlg.; 1908, 162 vlg.). R. De Maeyer.

< >