Grind - of grint,
1° gesteentegruis, dat door de rivieren is meegevoerd en door voortdurende afslijting verkleind en afgerond is. Waar de stroomsnelheid der rivier te gering wordt om het g. nog verder te brengen, bezinkt dit en zoo ontstaan grindbanken, waarvan de deelen kleiner zijn naarmate zij dichter bij de monding der rivier zijn gelegen. Bij geringe stroomsnelheid, derhalve in den zomer, wanneer de watertoevoer kleiner is, bezinkt ook het meegevoerde zand op de plaatsen, waar in den winter het g. zich afzet, en zoo ontstaan de zandlagen met daarin liggende, meest lensvormige grindbanken.
Op plaatsen, waar vroeger water stroomde, doch die thans droog liggen (bijv. de Veluwe, een deel van Ov. en Limb.), treft men eveneens dgl. grindbanken aan. Ter onderscheiding van het uit de rivieren gebaggerde g. wordt het andere berggrind genoemd.
Bij den weg- en waterbouw wordt het g. gebruikt voor verharding van wegen, het maken van grindbeton (→ Beton), als → ballastbed voor spoorwegen enz.
P. Bongaerts.
2° (Ook grint of grent) Afvalproduct bij het poetsen en uitmalen van gries. → Griesmeel; Meelfabricatie. G. bestaat dus uit fijne zemelenstukjes. Het wordt als veevoer gebruikt.