Gregorius van Nazianze - Heilige, Kerkvader, Kerkleeraar; * ca. 329, ♱ ca. 389. Naast Basilius, den man van de practijk, en Gregorius van Nyssa, den speculatieven geest, is G. de derde der drie groote l Cappadociërs, vooral de redenaar.
G. was geen krachtige persoonlijkheid als zijn vriend Basilius, maar als redenaar stond hij hoog, zoowel om den vorm als om den inhoud. De inhoud van zijn preeken en andere geschriften was zoo degelijk en zuiver orthodox, dat hij in het Oosten „de theoloog” genoemd werd.G. was de zoon van bisschop Gregorius van Nazianze en Nonna. Hij studeerde in Caesarea, Alexandrië en Athene, waar hij met Basilius de univ. bezocht. Tegen zijn wil werd hij waarsch. 362 door zijn vader tot priester gewijd en hielp nu zijn vader in het bestuur van het bisdom. Wederom tegen zijn wil wijdde Basilius hem in 370 tot bisschop van Sasima, maar G. heeft nooit bezit genomen van dien zetel; hij bleef zijn ouden vader bijstaan. Na diens dood trok hij zich in de eenzaamheid terug. In 379 komt hij naar Konstantinopel, op aandringen der Katholieken, die geheel door de Arianen overheerscht werden. Hij ijvert krachtig voor de orthodoxie en is feitelijk bisschop van de stad, die momenteel geen Kath. bisschop had, maar officieel wil hij den zetel niet in bezit nemen. Eerst het alg. concilie van 381 kan hem daartoe bewegen. Maar als men zijn voorstellen tot beëindiging van het Antiocheensche schisma verwerpt en een aantal bisschoppen bezwaar maken tegen zijn keuze, neemt hij in een schitterende rede afscheid van het concilie en verlaat de stad. Hij bestuurt dan de kerk van zijn geboortestad tot 383. Dan trekt hij zich op een landgoed terug en wijdt zich aan ascese en aan dichten en schrijven tot aan zijn dood.
De werken, die bewaard zijn gebleven, bestaan uit preeken, gedichten en brieven. De 45 preeken zijn overwegend dogmatische preeken en feestreden. De gedichten, klassiek van vorm, in verschillende metra, zijn deels theologisch van inhoud (leerstellig en zedekundig), deels historisch en vooral autobiographisch. De ruim 240 brieven zijn cultuurhistorisch interessant.
Uitg.: Migne, Patrol. Graeca (XXXV-XXXVIII). Lit.: Bardenhewer, Gesch. d. altkirchl. Lit. (III 1923); Guignet, St. G. de N. orateur et épistolier (1911); Pellegrino, La poesia di S. Greg. Naz. (1932); Fleury, Hellénisme et Christianisme, St.
G. de N. et son temps (1930). Voorst. in de kunst. G. wordt in het Oosten steeds afgebeeld in Gr. bisschopskleding te zamen met de H.H. Athanasius, Basilius en Chrysostomus. Hij heeft als attributen een wierookvat en een reukvat.
Liturgie van Gregorius van Nazianze, een der drie Misformulieren der Koptische Kerk, ten onrechte aan Greg. van Nazianze toegeschreven. Evenzoo een der Abessynische en een der Armeensche Kerk.