Gray 1° - A s a, Amer. plantkundige; * 1810 te Paris (New York), f 1888 te Cambridge (Massachusetts), waar hij vanaf 1842 prof. was aan het Harvardcollege. G. was de beste Amer. plantkundige van zijn tijd; hij bestudeerde grondig de flora van N.
Amerika en was een der felste aanhangers van de leer van Darwin, die hij in Amerika introduceerde. Metsen. Voorn, werken: Manual of Botany of the Northern U.S. (18421; Synopt. flora of N. Am. (1878).2° Elisha, bekend Amer. electricien; * 1835, f 1901.
3° George Robert, Eng. zoöloog, * 1808 te Chelsea, f 1872 te Londen. Beoefende vnl. ornithologie en entomologie.
Werken: The entomology of Austr. (Londen 1833); Genera of Birds (3 dln. 1837-’49); Hand-list of the genera and species of birds (3 dln. 1870).
4° J o h n Edward, Eng. zoöloog, * 1800 te Walsall in Staffordshire, f 1875. Assistent (1824) en custos (1840) der zool. afd. van het Britsch Museum.
Werken: The natural arrangement of the British plants (met zijn vader; 2 dln. Londen 1821); Illustr. of Ind. Zoology (2 dln. Londen 1832-’34); The zoology of
M. ships Erebus and Terror (met Richardson e.a.; 10 dln. 1839-’43).
5° Thomas, Eng. dichter; * 1716, f 1771. Zijn gedichten (o.m. Elegy in a Country Churchyard, 1750) hebben enkele van de gebreken en vele van 'de deugden van het pseudo-Klassicisme en kondigen de Romantiek aan. Zijn brieven verdienen vermelding.
Werken: Ode on a Distant Prospect of Eton College (1747); Pindaric Odes (1750-’57); Fatal Sisters; The Descent of Odin (1768). — U i t g.: Works door Gosse (1884); Poetieal Works of G. and Collina, door Lane Poole (1918). — L i t.: Northup, A Bibliography of Th. G. (1917); R. Martin, Essay sur Th. G. (1935). F. Visser.