Grauls - 1° Armand Willem, Vlaamsch dichter; * 1889 te Antwerpen, onderoverste bij het stadsbestuur. Na een paar bundels in traditioneelen vorm: Uit stille dagen (1916), In Nieuwen Dageraad (1918), Zonnestralen (1921), gaat hij over naar het expressionisme; vooral teekening van natuur en uiterlijk leven: Het Roode Raam (1926), De Blauwe Vaas (1927), Cantabile (1929), Calando (1932), De Terugtocht (1933).
Verzamelde een bloemlezing Het Jonge Vlaanderen (1923).2° Jan, Vlaamsch philoloog; * 1887 te Hasselt, bestuurder bij het min. van Openbaar Onderwijs. Taalkundige en etymologische bijdragen. Stelde met dr. Grootaers de klankleer samen van het Hasseltsch dialect (1930).
A. Boon.