Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-07-2019

Graswinckel

betekenis & definitie

Graswinckel - Dirck, Ned. staatsman en economist; * 1600 te Delft, ✝ 1666 te Den Haag. G. promoveerde in de rechten; Grotius, bij wien hij in zijn jongere jaren langen tijd vertoefde, heeft grooten invloed op hem gehad.

G. vestigde zich eerst in Den Haag als advocaat, bekleedde vsch. staatsambten (advocaat-fiscaal, secretaris van de Chambre Mipartie) en werd ten slotte lid van de Staten-Generaal. G.’s econ. grondgedachten zijn: de agrarische producten moeten tegen hoogere prijzen worden verkocht, want niets is schadelijker voor een land dan lage prijzen voor de producten van den bodem; als middel om een redelijken prijs voor de agrar. prod. te verkrijgen bepleit hij het prijsgeven van uitvoerverboden en beveelt hij hoogere invoerrechten op vreemde waren aan, met name op granen.

Als rechtsgeleerde hoort G. tot de staatsabsolutisten. Wat den regeeringsvorm betreft, vertegenwoordigde hij de conservatieve meening, dat elk land zijn oorspr. regeeringsvorm moet behouden.

Hij verdedigde in vsch. geschriften op het gebied van het volkenrecht de vrijheid der zee.Voorn. werken: Libertas Veneta (Leiden 1634); Maris liberi Vindiciae adversus P. B. Burgum (1652); Stricturae ad Censuram Joannis a Felden J.U.D. ad libros Hugonis Grotii de Jure Belli ac Pacis (Amsterdam 1654): Nasporinge van het Recht van de opperste Macht toekomende de Edele Groot Mogende Heeren de Heeren Staten van Holland en Westvriesland (Rotterdam 1667). Lit.: G. J. Liesker, Die Staatswissensch. Anschauungen Dirck Graswinckel’s [Freiburg (Zwits.) 1901: en de daar behandelde verdere lit.]. M. Verhoeven.

< >