Goudwisselstandaard - Hieronder wordt het stelsel verstaan, waarbij buitenlandsche goudwissels (d.w.z. wissels luidende in de rekeneenheid van een land, dat den → gouden standaard heeft), althans tot zekere hoogte, de rol vervullen van het goud in het internationale betalingsverkeer. De circulatiebank legt hiertoe een portefeuille van deze wissels aan om, bij stijging van den wisselkoers, door afgifte uit deze portefeuille die stijging te remmen.
Zoodoende wordt, voorzoover de voorraad goudwissels strekt, de zending van goud (→ Goudpunten) vermeden. Dit is één voordeel.
Een ander is, dat wissels een rentegevend en goud een renteloos bezit is voor de circulatiebank. Een nadeel is echter de mogelijkheid van plotselinge losmaking van de goudvaluta van haar goudbasis, zooals in 1931 met het pond sterling geschiedde, dat daardoor tot ong. twee derde van zijn goudwaarde deprecieerde.
Door dezen maatregel leed o.m. de Ned. Bank, die een groot bedrag aan pondenwissels in portefeuille had, een verlies van meer dan 30 millioen gld.
De aanwezigheid in den g. van een speculatief element, door deze laatste gebeurtenis vooral zoo duidelijk tot uiting gekomen, zoomede het feit, dat nog slechts weinig landen een goudvaluta bezitten, hebben aan de toepassing van het stelsel belangrijk afbreuk gedaan. Vorstman Goudwijding Goudwijding, of goudzegening, gebruik uit de M.E., voortlevend in Duitschland, om op Epiphania goud (tegelijk met wierook en myrrhe, soms ook edelsteenen) te zegenen, in verband met de gaven der Wijzen (Mt. 2.11).