Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-07-2019

Goudkwal

betekenis & definitie

Goudkwal - (Chrysaora hyoscella), ook kompaskwal genoemd, kwalsoort, die in Sept. aan de kusten der Noordzee veel voorkomt. Het scherm is tot 30 cm breed, goudgeel met 16 donkere strepen, die naar den rand uitstralen en zich naar den omtrek toe vertakken.

De sierlijke aanhangsels om de mondopening kunnen twee m lang worden. De g. is hermaphrodiet, brengt zoowel zaad als eieren voort. M.

Bruna
Goudleder Wandbekleeding, bestaande uit aan elkaar genaaide, rijkbewerkte stukken kalfs-, geiten- of schapenleder. Op de rechthoekig gesneden huid werd door middel van houten vormen of stempels de gewenschte teekening in reliëf aangebracht; bladzilver, goudgele vernis en polychromie voltooiden deze gedreven versiering.Het g. werd waarsch. in de 11e e. door de Mooren in Spanje ingevoerd. Tusschen de 15e en de 17e e. kwam deze industrie tot hoogen bloei te Cordova en te Barcelona, die aan geheel West-Europa leverden. Uit Spanje kwam deze nijverheid over naar Italië (vooral Venetië), Frankrijk en de Nederlanden. In Vlaanderen waren in de 17e e. Antwerpen, Ieperen en vooral Mechelen bekende centra van g.-industrie, in Ned. Amsterdam en Den Haag.

Hoezeer het g. bijdroeg tot de verlevendiging van het 17e-eeuwsche binnenhuis getuigen de talrijke schilderijen van Nned. en Zned. interieurschilders. Op het einde der 18e e. werd het g. als wandbekleeding verdrongen door het goedkooper katoenbehangsel, dat op zijn beurt vervangen werd door het papierbehangsel.

Behalve als wandbekleeding wordt het g. ook gebruikt voor het overtrekken van zitmeubelen en het vervaardigen van antependia, kazuifels en andere kerkgewaden. V. Herck Lit.: H. Clouzot, Cuirs decorés (2 dln. 1925).

< >