Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 24-04-2019

Gottfried coenraad ernst van daalen

betekenis & definitie

Gottfried coenraad ernst van daalen - Commandant van het Ned. Indische leger van 1910—’14; * 23 Maart 1863 te Makassar; ✝ 22 Febr. 1930 te Den Haag.Benoemd tot 2e luit. der art.

N.I.L. 10 Juli 1883. Verbleef in de jaren 1888—’90 in Atjeh en werd voor zijn moedig en beleidvol gedrag in 1890 benoemd tot ridder der Militaire Willemsorde 4e klasse. Volgde na 1891 de studies aan de hoogere krijgsschool en werd na terugkomst geplaatst bij den gen.staf. Na den afval van Teukoe Oemar in 1896 (→ Atjeh-oorlog) als stafofficier ingedeeld bij verschillende mobiele colonnes in Groot-Atjeh. Onderscheidde zich bij de verschillende krijgsverrichtingen dermate, dat hij in 1897 werd begiftigd met de eeresabel, 1898 bevorderd werd tot ridder M.W.O. 3e klasse en 1901 bij keuze benoemd werd tot majoor.

In 1904 had de beroemde tocht van overste van Daalen naar Galo, Alas en Bataklanden plaats, waarna hij werd bevorderd tot commandeur der M.W.O. Benoemd tot gouverneur van Atjeh 6 Mei 1905. Het verslag over de door den G.G. van Heutsz gemaakte enquêtereis naar aanleiding van het door allerlei omstandigheden herleefde verzet in Atjeh gaf aanleiding zijn eervol ontslag als gouverneur te vragen Mei 1908. In 1910 benoemd tot commandant v. h. Indische leger. Bracht als legercommandant vele noodzakelijke hervormingen en verbeteringen tot stand; 2 April 1914 werd hem op verzoek eervol ontslag verleend. Savalle

< >