Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-07-2019

Goor

betekenis & definitie

Goor - gem. in de prov. Overijsel; opp. 324 ha, ca. 3 700 inw., waarvan 60% Ned.

Herv. en 23% Kath. Industrie: katoen- en zuivelfabr. en bleekerij.

Weefschool. De bodem bestaat uit Diluviaal zand en langs de Regge beekklei.

G. ligt aan de spoorlijn Zutphen—Hengelo en heeft door locaalspoor verbinding met Winterswijk en Hellendoom. Het monument van Th.

Ainsworth herinnert aan den stichter der textielindustrie. Wierdsma.

< >