Golilla (Spaansch), - platte, stijve kraag, welke den hals nauw omsloot en den indruk maakte of het hoofd op een schotel rustte. De g. werd in Spanje door Philips IV kort na zijn troonsbestijging (1621) ingevoerd als soberder plaatsvervanger van den rijken plooikraag.
Buiten Spanje kwam de g. zelden voor, wel ca. 1620 een verwante vorm, die echter waarsch. onafhankelijk ontstond en nimmer de stijfheid van de Sp. g. bereikte. v.Thienen.