Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-07-2019

Gogol

betekenis & definitie

Gogol - Nicolaas Wasiljewitsj, Russ. schrijver; * 1809 te Sorotsjinki in prov. Poltawa in de Oekraine, ✝ 1852 te Moskou.

Zijn vader, klein grondbezitter, schreef theaterstukken over Oekrainsche toestanden, waaruit G. zelf dikwijls geput heeft voor zijn Oekrainsche verhalen.G. bezocht 1821-’28 het gymnasium te Njezjin en werkte later te St. Petersburg aan een ministerie; hij gaf er zijn eerste idylle Hans Küchelgarten (pseudoniem Alow) uit. G.’s vader was intusschen gestorven. Een ongelukkige liefde dreef hem tot ontslag uit staatsdienst; hij kreeg geld van zijn moeder en reisde naar Lübeck. Na zijn terugkeer in 1830 maakte Pletnjow, dat hij leeraar werd aan het Patriottisch Instituut; hij kwam in kennis met Poesjkin, die hem onderwerpen voor zijn verhalen suggereerde. In 1832 gaf hij onder grooten bijval „Avonden op een boerderij bij Dikanjki” uit, korte verhalen uit de Oekraine. G. gaat sympathiseeren met de Slavophielen te Moskou. In 1833 trachtte hij tevergeefs prof. in de geschiedenis te Kijew te worden, doch werd het te St. Petersburg; zijn colleges vielen echter tegen en hij nam ontslag. In 1835 gaf hij Verhalen uit, waarin Het Portret, Newsky Prospekt, Herinneringen van een Krankzinnige, den bundel Mirgorod met het beroemde verhaal De Neus, en Taras Boelba, het heldenverhaal der Oekrainsche kozakken. G.’s naam was nu gevestigd; men bewonderde algemeen zijn gezond realisme en zijn humor; voor het eerst ontwaarde men in de Russ. lit. een diep menschelijk gevoel en bespeurde men de tranen door den lach van zijn humor. Blijvend succes bereikte G. met zijn comedie Revisor (1836), nog steeds in Rusland en het buitenland gespeeld; het is een hekeling der omkoopbare ambtenaren. G. voelde zich niet tevreden over zijn werk; hij wilde de wereld bekeeren en voelde zich zwak. Van 1836 tot ’41 vertoefde hij te Parijs en te Rome, waar hij, die steeds geloovig was, sterk onder Kath. invloed kwam; in 1837 schreef G. aan zijn moeder: „Orthodox en Katholiek zijn één, zij zijn beide waar”. Later veranderde hij van gedachten en stelde het Orthodox geloof, waaraan hij trouw bleef, tegenover het Katholieke. Hij geloofde, dat de Russ. Orthodoxie de wereld zou vernieuwen: de Messiaansche idee, die Dostojewskij zou ontwikkelen. In 1842 verscheen het eerste deel der Doode Zielen, G.’s meesterwerk, een beschrijving van Tsjitsjikow’s speculatie met lijfeigenen, die reeds overleden zijn, doch wier namen nog op de registers voorkomen; G. schildert de laagheid, waartoe de mensch kan geraken; het 2e deel zou dan de redding der menschheid willen beschrijven. De typen van dit boek, Tsjitsjikow, Sobakjewitsj, Nozdrow zijn beroemd in de Russ. lit., evenals Chlestjakow, Bobtsjinskij en Dobtsjinskij uit den Revisor. In 1847 gaf G. een Bloemlezing uit zijn Correspondentie uit, die scherp gehekeld werd. In 1848 begaf hij zich naar Palestina om, zooals hij beweerde, te bidden en rust te zoeken voor zijn ziel. G. vond die rust niet; zijn mysticisme en piëtisme schijnen niet waarachtig gevoeld te zijn, waarover G. zich dikwijls beklaagde. Ontgoocheld kwam hij naar Rusland terug en bereidde zich voor tot sterven; in zijn laatste jaren stond hij sterk onder invloed van den priester Matwei. Het schijnt, dat G. ’s geloof vooral een groote vrees en angst voor God geweest is en dat hij tevergeefs gezocht heeft naar Gods Genade. In 1852 stierf hij te Moskou in het huis van zijn vriend Tolstoj, na enkele dagen voor zijn dood het manuscript van het 2e deel der Doode Zielen verbrand te hebben. Hij werd begraven in het Danilewskij-klooster. Zijn werken zijn in alle talen vertaald en hij blijft behooren tot de groote klassieke schrijvers van de 19e eeuw.

Lit.: Duitsche uitg. v. O. Buek (8 dln. 1928); B. de Schloezer, Gogol (Parijs 1932); Mereskowskij, Gogol (1914); Gogols Goddelijke Liturgie (Ned. vert. van F. Strotmann, uitg. der Benedictijnen te Amay, 1934); J. Lavrin, G. (Londen 1925).

v. Son.

< >